Rituele wasruimte teken van respect

12 mei 2011

Minister Van Bijsterveldt (Onderwijs, CDA) vindt niet dat er sprake is van islamisering van het onderwijs als een school een rituele wasruimte voor moslims faciliteert. Ze schrijft dit in antwoord op vragen van de PVV naar aanleiding van een bericht in de Telegraaf dat christelijke Hogeschool Windesheim een dergelijke wasruimte heeft mogelijk gemaakt.

De bewindsvrouw neemt stelling tegen de PVV dat dit tekenend is voor de toenemende invloed van de islam in het christelijk en openbaar onderwijs. "Rekening houden met het gegeven dat een toegenomen deel van de Nederlandse bevolking zich tot het islamitische geloof rekent, is geen islamisering, maar bij uitstek uiting van de westerse waarden van geloofsvrijheid en tolerantie", schrijft de minister.

Geloofsbeleving
Minister Van Bijsterveldt zal zich dan ook niet uitspreken tegen het initiatief. "Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de gang van zaken op een instelling van hoger onderwijs en mitsdien bevoegd om ook in dezen beslissingen te nemen binnen de algemeen geldende wettelijke kaders. In beginsel staat het de instelling vrij om geloofsbeleving te faciliteren, uiteraard met inachtneming van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb)."

Windesheim geeft op haar website een toelichting op het faciliteren van een rituele wasruimte voor de moslimstudenten.  Op de campus bevindt zich Het Heim, een gemeenschappelijke ruimte voor bezinning. Omdat expliciete religieuze symbolen ontbreken is deze ruimte toegankelijk voor iedereen. Dit draagt bij aan een belangrijke maatschappelijke competentie: respect voor elkaar en elkaars levensovertuiging. Windesheim ziet dat liever dan dat iedereen zijn eigen hokje heeft.

Niet exclusief
Om zich voor het gebed te reinigen, waren moslimstudenten tot begin dit jaar op toiletvoorzieningen aangewezen. Weliswaar namen zij daar zelf genoegen mee, maar Windesheim gaf de voorkeur aan een meer adequate voorziening in de vorm van een rituele wasruimte. Moslimstudenten zijn betrokken bij de inrichting van de wasruimte, maar de ruimte is niet exclusief voor hen bestemd. Mocht iemand om andere redenen van deze ruimte gebruik willen maken dan is dit mogelijk, aldus Windesheim.

Bron: Besturenraad, 12 mei 2011

> Terug naar het nieuwsoverzicht <