Don Bosco College Volendam mag hoofddoekje verbieden

7 september 2011

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag geoordeeld dat het hoofddoekjesverbod van het rooms-katholieke Don Bosco College te Volendam niet onrechtmatig is jegens een leerlinge die een hoofddoek wil dragen als uiting van haar islamitische geloof.

Don Bosco CollegeVolgens de Commissie Gelijke Behandeling maakt de school met het hoofddoekjesverbod een verboden onderscheid op grond van godsdienst. De kantonrechter in de rechtbank Haarlem oordeelde anders. De kantonrechter stelde vast dat het de school vrij stond te beslissen dat haar katholieke grondslag meebrengt dat uitingen van een ander geloof, zoals hoofddoekjes, binnen de school niet worden aanvaard.

Het gerechtshof Amsterdam is het eens met de kantonrechter. Het gerechtshof wijkt uitdrukkelijk af van het toetsingskader van de Commissie Gelijke Behandeling en oordeelt verder als volgt.

De Algemene wet gelijke behandeling laat aan een school voor bijzonder onderwijs de vrijheid eisen te stellen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de grondslag van de school. Als het daarbij gaat om bijzonder onderwijs op een godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag, moet de rechter zeer terughoudend zijn bij zijn beoordeling of bepaalde eisen die een school stelt, nodig zijn voor de verwezenlijking van die grondslag. In beginsel beoordeelt de school dat zelf. Het is ook de school die in beginsel zo’n eis uitlegt en beoordeelt of in een concreet geval aan zo’n eis is voldaan. De rechter moet wél nagaan of een school die bepaalde eisen stelt, die eisen niet inconsequent toepast.

Van 2002-2004 heeft één leerlinge op het college een hoofddoek gedragen, als uiting van haar islamitische geloof. De school trad daar niet tegen op omdat na de Volendamse cafébrand van 1 januari 2001 ook andere hoofddeksels werden toegestaan wegens hoofdverminkingen van leerlingen. Van 2004 tot nu toe heeft niemand anders op het college een hoofddoek als uiting van het islamitische geloof gedragen. Het is dan niet willekeurig en getuigt niet van een inconsequent beleid als de school vanaf augustus 2010 uitdrukkelijk ook de hoofddoek verbiedt.

De leerlinge en haar vader waren bekend met de katholieke grondslag van het college toen het aanmeldingsformulier voor de leerlinge werd ingevuld. Zij moesten er dan rekening mee houden dat een zichtbare uiting van het islamitische geloof (zoals het dragen van een hoofddoek) mogelijk niet toegestaan zou zijn. Of hun door de school medegedeeld is waarin de katholieke grondslag precies tot uitdrukking kwam, doet niet ter zake. 

Of het college in de praktijk niet strikt katholiek is, staat niet ter beoordeling van de rechter.

Bron: Nieuwsbericht gerechtshof Amsterdam, 6 september 2011

> Terug naar het nieuwsoverzicht <