Ruimer toelatingsbeleid helpt zwarte school niet

A. Slob (CU) - afkomstig uit: Nederlands Dagblad (2004-03-05)

Een ondoordacht plan, noemt Slob het voorstel dat prof.dr. Roel Kuiper twee weken geleden in het Nederlands Dagblad ontvouwde. Kuiper stelde voor reformatorische en gereformeerde scholen open te stellen voor maximaal tien procent achterstandsleerlingen, eventueel ook als zij niet vertrouwd zijn met het christelijk geloof. Dat zou een mooi gebaar zijn, vindt Kuiper, waarmee de christelijke scholen laten zien zich niet te willen ontrekken aan de zwarte-scholenproblematiek.

Maar voor scholen die daaraan beginnen, is het einde zoek, meent Slob, die donderdagavond in Rotterdam zitting had in een forum van de gereformeerde studentenvereniging VGSR. "Als je drie leerlingen toelaat, kun je de vierde niet meer weigeren." Op den duur gaat het mis met scholen die afwijken van een consistent toelatingsbeleid, vreest de onderwijswoordvoerder van de ChristenUnie.

Bovendien is het zeer twijfelachtig of een opener toelatingsbeleid van reformatorische en gereformeerde scholen echt bijdraagt aan de oplossing van de problematiek op zwarte scholen. Dat is Slob uit het hart gegrepen. "Het is een non-discussie om een kleine groep scholen open te gooien. Je moet de problemen aanpakken waar ze liggen."

Er is sprake van een maatschappelijk probleem door falend huisvestingsbeleid. Dat moet worden aangepakt, vindt Slob. Daarnaast pleit hij ervoor dat zwarte scholen ruimhartig financieel ondersteund worden. Dat betekent wat hem betreft ook dat orthodoxe scholen niet al te veel op hun strepen gaan staan bij de verdeling van onderwijsgelden.

Artikel 23 ter discussie stellen omdat het de vrije schoolkeuze zou belemmeren is onzin, vindt Kamerlid Slob. "De vrijheid van onderwijs begint bij de mogelijkheid voor ouders een school te stichten. Daar vloeit uit voort dat ouders keuze hebben uit een groot aantal scholen."