Afschaffing religieus bijzonder onderwijs onliberaal

Peter van Duijvenbode (adviseur bestuurlijke vernieuwing chr. onderwijs) - afkomstig uit: [persoonlijke inzending] (2006-06-05)

Het begint bijna gênant te worden de hardnekkigheid waarmee sommige VVD-ers artikel 23 willen afschaffen. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie doet zijn naam bepaald geen eer aan. Nadat eerder de dames Verdonk en Ayaan Hirsi Ali en de heer Van Aartsen al gepleit hadden voor afschaffing, voegt recent de heer Van Schie van de Telderstichting, het wetenschappelijk instituut van de VVD, zich in deze rij van onliberalen.

Op een congres over “Vrijheid van onderwijs in een multiculturele samenleving”, op vrijdag 12 juni 2006 op de hogeschool Driestar te Gouda blijkt de heer Van Schie het religieus bijzonder onderwijs te willen afschaffen. In het Reformatorisch Dagblad van 13 mei 2006 staat daarover een artikel.

Als je Van Schie goed beluistert (en dat geldt voor vele anderen die artikel 23 willen afschaffen) dan is zijn argumentatie gebaseerd op slechts een deel van het religieus onderwijs, namelijk die scholen waar kinderen een “niet onbevangen blik op de wereld wordt geboden”. Het voorkomen van zo’n blik op de wereld (?) kan kennelijk alleen door het gehele artikel 23 af te schaffen.

Ook in deze discussie blijkt opnieuw het religieus bijzonder onderwijs soms gelijk gesteld te worden met het gehele, ook niet religieuze bijzonder onderwijs. Van Schie wil met de afschaffing van het religieus bijzonder onderwijs, het monosysteem, alleen het openbaar onderwijs, over houden. Maar het afschaffen van alleen het religieus bijzonder onderwijs raakt ‘slechts’ een deel van het bijzonder onderwijs. In dat geval blijft het duale systeem van openbaar naast bijzonder dus toch nog gewoon bestaan. Het monosysteem, alleen het bestaan van openbaar onderwijs, bereik je dus niet met afschaffing van alleen het religieus bijzonder onderwijs. Opnieuw is hier sprake van verwarring van begrippen. Zie in dit verband ook mijn artikel in het Reformatorisch Dagblad van 4 mei 2006.

In deze verwarring kan het bestaan dat Van Schie echt bedoelt het gehele bijzonder onderwijs te willen afschaffen, religieus èn niet religieus en dat hij echt bedoelt alleen het bestaan van openbaar onderwijs te bepleiten, dat is onderwijs van overheidswege gegeven. In dat geval gaat hij in tegen de trend in de samenleving. Gemeentelijke overheden doen op vele plaatsen afstand van hun rol als bevoegd gezag van het openbaar onderwijs. Zij dragen soms maar al te graag die rol over aan private rechtspersonen waardoor het openbaar overgaat naar bijzonder onderwijs. Alleen zo kunnen gemeenten een objectieve gesprekspartner zijn voor alle denominaties in hun gemeente. Het openbaar onderwijs is dus aan het verbijzonderen

Ernstiger vind ik echter de argumentatie van Van Schie. Hij zal wel uitmaken hoeveel uren en hoe ouders invloed mogen uitoefenen op hun kinderen. “Ouders hebben vele uren per week invloed, … ik sta u niet toe dat u uw absolute waarheidsbegrip aan kinderen oplegt”, zegt hij en “Het is niet goed voor een kind om met één vaste overtuiging te worden opgevoed.”

Zo, daar kan de natie het mee doen. De heer Van Schie staat het ons niet toe. Het heeft veel weg van een pauselijke encekliek. Welk vrijheidsbegrip hanteert de heer Van Schie? Hoeveel uren mogen ouders invloed op hun kinderen hebben, 10, 20, 30, 40? In elk geval is het genoeg volgens de heer Van Schie… En met welke ene vaste overtuiging mogen kinderen volgens de heer Van Schie dan wel worden opgevoed? Zijn liberalisme, christelijk, katholiek of mogen ouders de ene overtuiging zelf kiezen, als het er maar bij één blijft? Als het niet door Van Schie was uitgesproken, zou je het niet geloven.

Ook lijkt de heer Van Schie invloed gelijk te stellen met macht, want naast de vele uren invloed van ouders op hun kinderen die naar zijn mening voldoende zijn, is hun “macht niet onbeperkt”. Zeer terecht kreeg de heer Van Schie veel tegengas in de discussie die ontbrandde. De heer Rouvoet van de ChristenUnie noemde de lezing van Van Schie “bevoogdend”.
Prof. Vermeulen noemde Van Schie’s zwakke punt in zijn lezing zijn “eenzijdige definiëring van het liberalisme”.
Dat zijn nog milde reacties. Ik zou de vraag willen stellen of het verstandig is om überhaupt te reageren op zoveel bijna dictatoriale gedachten.

Vele ouders in dit land hebben met hun kinderen bij het doopvont gestaan en daar een belofte afgelegd. Zij zullen hun kinderen willen opvoeden volgens bijbelse uitgangspunten. En aangezien ook scholen een pedagogische opdracht hebben, moet de heer Van Schie van de VVD niet willen verbieden dat die ouders de school kiezen die deze opdracht uitvoert volgens de door die ouders gewenste uitgangspunten.