Inspectie godsdienstles is nogal hypocriet

R. Evers (rabbijn) - afkomstig uit: Reformatorisch Dagblad (2002-12-20)

Lange tijd heeft de overheid religies niet zien staan, maar vlak voor de verkiezingen komen verschillende partijen opeens met ingrijpende plannen op het gebied van godsdienstonderwijs, constateert rabbijn mr. drs. R. Evers. Volgens hem meet de overheid met twee maten.

Verdraagt inhoudelijke inspectie van het religieuze onderwijs zich wel met de godsdienstvrijheid in Nederland? Minister Van der Hoeven (Onderwijs) meende in de Tweede Kamer dat terughoudendheid van de overheid geboden is, wil de vrijheid van onderwijs niet in het geding komen. Maar SP en GroenLinks willen het liefst dat orthodoxen hun compromisloze boodschap relativeren. Volgens Vergeer van de SP mogen leerkrachten best iets religieus verkondigen, als ze maar tegelijkertijd duidelijk maken „dat het merendeel van Nederland hier heel anders over denkt.” Geldt dit ook wederzijds? Dit zou interessante perspectieven kunnen bieden: een overheidsfolder over seksueel overdraagbare ziekten waarin tevens de visie van de SGP over vrije liefde uit de doeken wordt gedaan! Als ik in de klas er telkens bij moet vertellen wat seculier Nederland vindt van mijn religieus gedachtegoed, zijn we wel heel ver van huis. Dan dooft het licht en sterft het godsdienstonderwijs een zachte dood. Euthanasie op de religie - een pil van Drion voor hen die nog geloven in ”Mijn Schild ende Betrouwen”.

Melaatsen
Leidt bijzonder onderwijs -met name in de religieuze sfeer- tot ongewenste situaties? De kans daarop is binnen sommige kringen inderdaad aanwezig, maar de plotselinge roep van de overheid -na bijna een eeuw rust op het religieuze onderwijsfront- om controle op het godsdienstonderwijs is voor vele religieuzen onaanvaardbaar. Godsdiensten die hun boodschap te vuur en te zwaard verspreid willen zien, zouden hun leerlingen inderdaad aan kunnen zetten tot intolerantie en gebrek aan respect voor andersdenkenden. Maar het rapport van de onderwijsinspectie geeft geen uitsluitsel over de vraag of het nu inderdaad allemaal zo vreselijk is als het lijkt. De overheid begeeft zich hier op een hellend vlak.

Een beetje hypocriet ook. Wat mij voornamelijk steekt is dat de overheid met twee maten meet. Een van de pijlers van het staatsbestel was tot voor kort dat er een scheiding bestaat tussen kerk en staat. Deze tweedeling werd langgeleden ingevoerd om begrijpelijke redenen. Toch heeft de overheid hier ook misbruik van gemaakt. Tijdens een bijeenkomst op 12 december in de ambtswoning van de Amsterdamse burgemeester, Cohen, waar alle religies en raadsfracties vertegenwoordigd waren, was de schijnheiligheid van de overheid op dit punt een belangrijk item waarin alle aanwezige religieuzen zich konden vinden. Ds. Polanen van de Koningskerk verwoordde de gevoelens als volgt: „De staat heeft ons nooit zien staan en de overheid heeft ons altijd gemarginaliseerd als melaatsen.” Godsdienstlessen werden maar zeer minimaal gesubsidieerd door de overheid. De bindende, sociale, culturele en opvoedkundige waarde van religie zijn zeer lange tijd zwaar onderschat, zeker wat het overheidsbudget betreft. Maar opeens -vlak voor de verkiezingen- komen verschillende partijen met ingrijpende plannen op het gebied van godsdienstonderwijs. Niet dat er strafbare feiten waren geconstateerd. Minister Van der Hoeven achtte de feiten in het rapport van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) te gering om het godsdienstonderwijs te laten doorlichten. Maar in de verkiezingsstrijd wil men scoren.

Overkill
Natuurlijk moet er worden ingegrepen -en dat is ook primair de beschermende en ordenende taak van de overheid- wanneer er klachten komen over ophitsende docenten, die respect voor andersdenkenden ondermijnen. Dan is actie richting de dader en eventueel zijn faciliterende omgeving geboden. Maar een algemene inspectie van al het godsdienstonderwijs -ook op terreinen waar vele decennia geen vuiltje aan de lucht was- is een overkill aan overheidsbemoeienis gezien de relatief geringe dreiging, die overigens vrij duidelijk uit één bepaalde hoek komt. Te veel, te breed en te hard ingrijpen op dit heel subtiele en zeer gevoelige terrein zou de indruk kunnen wekken dat de regering grip wil krijgen op de levensbeschouwing van haar burgers. De klok wordt 400 jaar teruggezet!

Er is sprake van strijd tussen de vrijheid van onderwijs en handhaving van de openbare orde door de overheid. Men speelt met vuur wanneer men zich tot in de detail inlaat met de ”Weltanschauung” van de ouders, die wordt voortgezet op de bijzondere school. Als er bij een bedrijf gefraudeerd lijkt te worden, hoeven niet alle bedrijven onder de loep.

En hoe had men zich deze controle op het gewelddadigheidsgehalte van het onderwijs in de praktijk voorgesteld? Wil men deze leggen naast de ”Nederlandse kernwaarden” - van welke ouders? De ouders die hun kinderen dagelijks blootstellen aan mediageweld, waar haat en nijd soms schering en inslag lijkt?

Harmoniseren
Toch is de commotie niet helemaal uit de lucht gegrepen. Het blijft een brandende vraag hoe men een intense religieuze beleving kan verbinden met een geïntegreerde positie in de moderne Nederlandse samenleving, die uitermate seculier oogt. Ik denk dat dit vanuit bijbels perspectief goed mogelijk is. Opoffering voor het geloof wordt in bijbelse termen ”heiliging van Gods Naam” genoemd. Heiliging van Gods Naam kan op veel verschillende manieren gestalte krijgen: door voorbeeldig ethisch gedrag, door intens gebed of door het tonen van binding en commitment, aanhankelijkheid aan God en Zijn Bijbel. Heiliging van Gods Naam toont standvastigheid. Het betekent de uiterste consequentie van ons individuele en collectieve religieuze waardesysteem. Het bijbelse begrip martelaarschap is passief - en niet actief, dat wil zeggen dat we ongelovigen niet doden.

Heiliging van Gods Naam heeft een centrale rol gespeeld in de geschiedenis van de Bijbel in Europa. Het was de realiteit van de opofferingsgezindheid en moed van de gelovigen. Hoe kan men het begrip heiliging van Gods Naam vanuit de Bijbel verbinden met een geïntegreerde positie in onze seculiere samenleving? Ik denk dat dit vanuit de Bijbel goed mogelijk is, omdat wij er niet op uit trekken om anderen ten koste van hun leven te overtuigen van ons religieuze gelijk.

Deze houding leidt tot optimale integratie. Het vasthouden aan de eigen normen en waarden -daarom is er ook bijzonder onderwijs om geloofsverwatering en secularisering te voorkomen- leidt tot een karaktervastheid die anders is dan het gewelddadig aan anderen opleggen van de eigen overtuigingen. Het hooghouden van de eigen normen en waarden bevordert de integratie, want werkelijke tolerantie in een pluriforme maatschappij is meer dan alleen het openstellen van grenzen. Het is een verdragen van de ander in zijn individuele of collectieve eigenheid.

Verworven rechten
Het handhaven van de eigen identiteit -hoewel dit een stevige opoffering van carrière en maatschappelijk succes kan betekenen- kan bijdragen aan verrijking en integratie. Afleren van agressie -voor minderheidsgroeperingen een must om te overleven in een andersdenkende omgeving- staat hierbij centraal. Geloven moeten duidelijk maken dat religie voornamelijk een zaak tussen God en mens is, overigens niet alleen in individueel maar ook in collectief en geïnstitutionaliseerd verband. Omdat in de Nederlandse omstandigheden anno 2002 religieuze agressie als ongodsdienstig wordt ervaren, werkt deze averechts en contraproductief voor het aanzien van de religieuze gemeenschap en de waardigheid van religie.

De auteur is rector van het Nederlands-Israëlitisch Seminarium te Amsterdam en als rabbijn verbonden aan het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) te Amsterdam.