De vrijheid van onderwijs is bij linkse partijen niet veilig.

Henk Lamberink e.a. (LVGS) - afkomstig uit: Trouw (2010-09-11)

Dit artikel is ingekort. Aan het eind vindt u een link naar de volledige tekst.

Prominente politici het CDA toonden zich bezorgd dat de grondrechten van de Nederlandse rechtsstaat worden uitgehold door de PVV. Maar wat niemand schijnt te beseffen: ook over links is het oppassen geblazen.

Grondrechten zijn van grote waarde voor de democratische rechtsstaat. Organisaties in het Christelijke en islamitische onderwijs vrezen dat met name de linkse partijen met SP en D66 voorop de vrijheid van onderwijs zullen opofferen ten gunste van andere belangen in de samenleving. Ook dat is morrelen aan grondrechten, met onvermijdelijke schade voor de rechtsstaat als geheel.

In de afgelopen tijd deden zij voorstellen die tot inperking van de onderwijsvrijheid leiden. De partijen uit de Žlinkse coalitieŽ willen bijvoorbeeld de inhoud van het onderwijs veel meer dan nu vanuit de overheid voorschrijven. Ook willen zij de vrijheid van scholen op een toelatingsbeleid op basis van hun eigen identiteit inperken.

Op grond van de Grondwet kunnen burgers, of ze nu horen tot meerder- of minderheden, in vrijheid zichzelf blijven. Zo kunnen mensen participeren in de samenleving. Mensen verschillen van elkaar door hun herkomst, godsdienst, politieke overtuiging en gewoonten. Maar ze zijn gehouden aan de wetten die de samenleving aan regels bindt. Dat houdt het land leefbaar.

De grondrechten verwijzen alle naar basale waarden van het menszijn: gelijke behandeling in gelijke gevallen, vrijheid van denken, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van onderwijs. Dat is er niet alleen de vrijheid om te denken en te zeggen wat je wilt, maar ook de ruimte om deze gedachten in praktijk te brengen.

Er zijn situaties waarin burgers zich op verschillende grondrechten beroepen die in de praktijk met elkaar botsen. ZoŽn botsing grijpt diep in. Mensen voelen zich geraakt in hun diepste overtuigingen. In dergelijke situaties recht te doen aan alle partijen vraagt een zorgvuldige weging van belangen. Soms kan een gang naar de rechter noodzakelijk blijken. Daarmee kan niet worden voorkomen dat een burger of een organisatie zich uiteindelijk benadeeld voelt. Immers, na weging is er altijd sprake van een beslissing.

Het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals de onderwijsachterstanden, vraagt overheidsinzet. Maar aantasting van grondrechten is onder alle omstandigheden buitensporig. Artikel 23 van de Grondwet borgt nu pluriformiteit in het onderwijs. De organisaties in het bijzonder onderwijs constateren met zorg dat weging of hiërarchie van de grondrechten voorwerp is geworden van discussie in de politiek. Grondrechten raken in alle gevallen in concrete situaties aan de diepste existentie van burgers. ZoŽn hiërarchie leidt daarom tot een onderscheid tussen eersterangs- en tweederangsburgers. Wij roepen de politieke partijen op er voor te waken dat dit werkelijkheid wordt.

De volledige versie van dit artikel is verschenen in Trouw.

Het opinieartikel is ondertekend door Harry Lamberink, directeur Landelijk Verband voor Gereformeerde Schoolverenigingen (LVGS), Yusuf Altunta, directeur Islamitische Schoolbesturen Organisatie, Wim Kuiper, directeur Besturenraad (Vereniging van christelijk onderwijs); Theo Joosten, voorzitter Bond katholiek primair onderwijs KBO en Henk Vos, directeur Vereniging voor gereformeerd schoolonderwijs VGS.