Waarom is vrijheid van onderwijs zo belangrijk?
Gijsbert Vonk (VGS - beleidsmedewerker) - afkomstig uit: DRS-magazine (2013-11-01)
De strijd om vrijheid van onderwijs kan zo hoog oplopen, dat haast vergeten wordt waarom die strijd zo belangrijk is. Twee belangrijke argumenten toegelicht.
Al vele jaren strijden politieke partijen en organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de vrijheid van onderwijs. Was de vrijheid van onderwijs tot in de jaren 90 een vanzelfsprekendheid, tegenwoordig wordt zij voortdurend ter discussie gesteld. Er worden grote woorden aan gewijd en stevige standpunten ingenomen. De onderwijsvrijheid wordt als een ‘groot goed’ gezien en dient daarom zorgvuldig bewaakt te worden. Ook een organisatie als de VGS ontleent zijn bestaansrecht op dit moment voor een groot deel aan de strijd voor het behoud van de onderwijsvrijheid. Die strijd kan zo hoog oplopen, dat soms wordt vergeten waarom er gestreden wordt. Daarom is het goed om die vraag te stellen: waarom is vrijheid van onderwijs zo belangrijk?
1 Christelijke ouders willen
vanuit de doopbelofte hun
kinderen een opvoeding dicht
bij de Bijbel geven.
Deze verantwoordelijkheid
dragen ouders vanaf de
geboorte tot en met de volwassenheid
met zich mee. Concreet betekent dit dat
in het gezin de Bijbel dagelijks opengaat
en er wordt gebeden en gezongen. Ook
de gezamenlijke kerkgang en de verdere
invulling van de zondag als rustdag zijn
wezenlijke onderdelen van de geloofsopvoeding.
In Nederland heeft de overheid haar
burgers verplicht om hun kinderen
vanaf het vijfde jaar naar een school te
sturen. Ouders hebben in het licht van
het voorgaande de logische wens en zelfs
de plicht, als gevolg van de belofte bij de
doop, hun kinderen naar een school te
laten gaan waar het onderwijs in hoge
mate overeenstemt met de opvoeding
thuis. In Nederland kennen we daarom
de vrijheid van onderwijs, verwoord in
artikel 23 van de grondwet.
2 In de opvoeding op school,
waarbij vorming en kennisverwerving
belangrijke
onderdelen zijn, moet met name
voor wat oudere kinderen ook het
christelijk wereldbeeld worden
doorgegeven.
Hoe zien we de geschiedenis?
Er dient bovenmate veel aandacht
te worden gegeven aan bijvoorbeeld de
Reformatie en het Reveil. Maar niet alleen
bij geschiedenis, ook bij vakken als
biologie, Nederlands, Engels en aardrijkskunde
kan de christelijke beschouwing
het juiste inzicht gegeven op de
wonderlijke schepping en de rijkdom
van de taal.
Bart-Jan Spruyt verwoorde dit onlangs
mooi in een interview met Andries
Knevel op Radio 5. Hij verklaarde vast te
willen houden aan de onderwijsvrijheid,
omdat er mensen moeten blijven die
geïmpregneerd zijn met het christelijk
gedachtengoed om dat straks in het
publieke domein te kunnen uitdragen.
Wanneer het christelijke onderwijs
wordt afgeschaft, is dat een enorme
knauw in de overdracht van het christelijk
wereldbeeld, aldus Spruyt. Dit is,
naast de doopbelofte, nog een belangrijke
reden om te blijven strijden voor
onderwijsvrijheid in Nederland.
Dit artikel is gepubliceerd in DRS-magazine van november 2013.